-
1 домысел
vermoeden, gissing, veronderstelling -
2 подозревать
vgener. vermoeden, bevroeden, zoeken, argwanen, mistrouwen, verdenken (van- â ÷ëì-ô.), vermoeden op (iem.) hebben (кого-л.) -
3 подозревать
verdenken, vermoeden -
4 предполагать
veronderstellen, aannemen, vermoeden -
5 предположение
veronderstelling, vermoeden -
6 предположить
veronderstellen, aannemen, vermoeden -
7 догадка
ngener. gis, gissing, vermoeden -
8 думать
v1) gener. menen, vermoeden, achten, denken, geloven, napeinzen, van mening zijn, vermenen, wanen, zinnen2) colloq. peizen (Фламандский) -
9 опровержимая презумпция
adjlaw. (опровержимое предположение) weerlegbaar vermoedenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > опровержимая презумпция
-
10 полагать
vgener. beschouwen, geloven, schatten, aannemen, achten, houden, in de mening verkeren, menen, poneren, vermenen, vermoeden, wanen -
11 предполагать
vgener. voornemen, aannemen, onderstellen, bevroeden, ergens een slag naar slaan, gissen, presumeren, stellen, uitgaan van, vermoeden, veronderstellen, vooronderstellen, wanen -
12 предположение
n1) gener. aanname, veronderstelling, vermoeden, gestelde, gis, gissing, hypotese, hypothese, onderstelling, presumptie, presumtie, vooronderstelling2) hist. schatting -
13 предчувствовать
vgener. vermoeden, een voorgevoel hebben van (что-л.)
Перевод: с русского на все языки
со всех языков на русский- Со всех языков на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский