-
1 p.p. от uitspreken
gener. uitgesprokenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > p.p. от uitspreken
-
2 выговорить
uitspreken -
3 произнести
uitspreken -
4 произносить
uitspreken -
5 высказать
uitspreken, uiten -
6 выразить
uitdrukken, uiten, vertolken, uitspreken -
7 высказаться
zich uitspreken, zich verklaren -
8 договорить
uitpraten, uitspreken -
9 выносить
v1) gener. lijden, uitspreken (приговор, решение), vellen (приговор и т.п.), verduwen, wijzen (приговор), doorstaan, dulden, gedogen, het kunnen aanzien (что-л.), mogen, uitstaan, verdragen, verduren2) law. (решение) gelegd -
10 высказаться
vgener. uitspreken (до конца), kleur bekennen -
11 высказывать
vgener. uitbrengen (чувства), uitpraten, uitspreken, opperen, uiten, uitkramen -
12 наложить своё вето
vgener. zijn veto over (iets) uitspreken (на что-л.)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > наложить своё вето
-
13 объявить банкротом
vgener. (себя) failliet gaan (zich) failliet verklaren, het faillissement uitsprekenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > объявить банкротом
-
14 объявить бойкот
vgener. de boycot uitspreken -
15 произносить
vgener. uitbrengen (òîñò), uitspreken
Перевод: с русского на все языки
со всех языков на русский- Со всех языков на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский