-
1 een ~ uithalen - проявить удальство
vgener. huzarenstukjeRussisch-Nederlands Universal Dictionary > een ~ uithalen - проявить удальство
-
2 вынуть
uithalen, uitnemen -
3 вынимать
uithalen, uitnemen -
4 дурачиться
vgener. dollen, mallen, de zot uithangen, grappen uithalen, kattekwaad uithalen, met (iem.) dollen (с кем-л.), rare bokkesprongen maken -
5 выдвигать
vgener. uithalen, uitschuiven, voordragen (кандидата), inbrengen (обвинение), pousseren -
6 выкинуть коленце
vgener. een streek uithalen -
7 вынимать
vgener. uitnemen, uitlichten, opdiepen, uithalen, uittillen -
8 вынимать птенцов из гнезда
vgener. nesten uithalenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > вынимать птенцов из гнезда
-
9 вынимать яйца из гнезда
vgener. nesten uithalenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > вынимать яйца из гнезда
-
10 вытаскивать
v1) gener. opdiepen, ophalen, uitslepen, uittrekken, uitwerken, halen, te voorschijn brengen, te voorschijn halen, trekken, uithalen2) liter. opvissen -
11 давать дорогу
vgener. uithalen, uitwijken -
12 натворить
vgener. aanstichten, uithalen, aanrichten, fabrieken (что-л.) -
13 опоражнивать
vgener. uithalen, aftappen, uitstorten -
14 показывать
v1) gener. aanwijzen, tonen, uithalen, uitwijzen, vertonen, voorcijferen, voorrekenen, wijzen, aanbrengen (на кого-л.), aantonen, betonen, duiden, laten blijken, laten zien, manilesteren, onderbouwen, ten toon stellen, tentoonspreiden, tentoonstellen, uitraken2) law. aangeven -
15 потрошить
vgener. uithalen -
16 представлять
v1) gener. inleven, (кого-то) pleiten, afschilderen, onderstellen (ñåáå), opvoeren, overleggen (документы), presenteren, voorleggen, voorstellen (кого-л., что-л.), afbeelden, affecteren, bijbrengen (довод, свидетельство), de mogelijkheid bieden, inleiden (человека), uitbeelden, uithalen, verbeelden, vertegenwoordigen, vertonen, voordragen (к должности), voorstaan (интерес), zich inbeelden (ñåáå)2) law. (документ) gelegd3) theatre. vertolken4) busin. (в бухг. отчётности) verwerken -
17 проделать штуку
vgener. een geintje uithalen -
18 сохранять
v1) gener. behouden, bergen, bewaren, handhaven, instandhouden, overhouden (в свежем виде), conserveren, houden, opzouten, preserveren, reserveren, uithalen, uitwinnen (время и т.п.), wegleggen, zich het recht reserveren2) comput. opslaan (в памяти, на диске и т.п.) -
19 сторониться
vgener. uithalen, uitwijken, mijden, ontwijken, uit de weg gaan -
20 тянуть
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Honig — 1. Aussen Honig, innen Galle. Mhd.: Ûzen hönik und innen gall. (Suchenwirth, XXIV, 238.) 2. Das ist schlechter Honig, den man erst mit Zucker süss machen muss. 3. Der bekommt keinen Honig zu lecken, der sich von der Bienen Stachel lässt schrecken … Deutsches Sprichwörter-Lexikon