-
1 вершить
beslissen, de macht uitoefenen, heersen, beschikken -
2 обладать
bezitten, beschikken -
3 располагать
plaatsen, opstellen ; stemmen, winnen ; beschikken, ter beschikking -
4 распорядиться
bevelen, regelen, beschikken -
5 распоряжаться
bevelen, regelen, beschikken ; besturen, leiden ; beheren, beheer hebben -
6 дать благоприятный ответ
vgener. gunstig beschikkenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > дать благоприятный ответ
-
7 иметь много денег
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > иметь много денег
-
8 не соглашаться
prepos.gener. (iem.) ongelijk geven (с кем-л.), aanvechten, afslaan, ongunstig beschikken (op-íà) -
9 располагать
-
10 располагать суммой денег
vgener. over het bedrag beschikkenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > располагать суммой денег
-
11 распоряжаться
vgener. indelen, beschikken, gebieden (over-÷åì-ô.), (iem.) onder de plak houden (кем-л.), beheren, bevelen, de baas spelen, de beschikking hebben (over-êåì-ô., ÷åì-ô.), disponeren (over-÷åì-ô.), het bevel voeren over (кем-л.) -
12 соглашаться
v1) gener. accorderen, akkorderen, goedvinden (на что-л.), ingaan (op-íà), meestemmen (с кем-л.), toestaan (на что-л.), aannemen, agnosceren, beamen (с чем-л.), bewilligen (in-ñ ÷åì-ô.), een akkoord aangaan, gunstig beschikken (op-íà), het eens zijn, inwilligen, toegeven, toeslaan (на что-л.), toestemmen (in- íà), zich getroosten (на что-л.)2) liter. tegemoetkomen -
13 устраивать
-
14 распоряжаться
verordenen, bevelen, beschikkenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > распоряжаться
-
15 распорядиться
verordenen, bevelen, beschikkenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > распорядиться
-
16 распоряжаться
verordenen, bevelen, beschikkenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > распоряжаться
-
17 распорядиться
verordenen, bevelen, beschikkenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > распорядиться
См. также в других словарях:
Haut — 1. A junge Haut schreit überlaut. (Schwäb.) 2. Alt heut bedörffen vil gerbens. – Franck, II, 36b; Eyering, I, 48; Egenolff, 47b; Petri, II, 10; Henisch, 1507, 43; Gruter, I, 4; Schottel, 1113; Gaal, 926; Körte, 2691. Lat.: Senem erigere durum.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon